Niet-implanteerbare medische hulpmiddelen (steriel of niet-steriel):
Medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek:
Elk conform medisch hulpmiddel (uitgezonderd deze die deel uitmaken van klinische proeven of op maat gefabriceerd zijn) moet voorzien zijn van de CE-markering. CE staat voor Conformité Européenne.
(niet te verwarren met het logo van ‘China export’!):
De CE-markering is soms aangevuld met een code van vier cijfers die verwijst naar de aangemelde instantie die de conformiteit van het medische hulpmiddel heeft geverifieerd. Dit is onder meer een verplichting bij implanteerbare medische hulpmiddelen, steriele medische hulpmiddelen en zelftesten.
Deze CE-markering geeft aan dat het product voldoet aan de wetgeving van de Europese Unie en voldoet aan de essentiële eisen inzake veiligheid en doeltreffendheid. Deze markering betekent ook dat het product vrij mag circuleren op de Europese markt.
De CE-markering wordt toegekend door een aangemelde instantie. Deze bevestigt dat het hulpmiddel overeenstemt met de huidige normen op Europees niveau. Deze normen variëren overigens naargelang de risicoklasse van het hulpmiddel. Opgemerkt moet worden dat voor hulpmiddelen uit klasse I, de CE-markering niet via een aangemelde instantie gebeurt. De fabrikant brengt zelf en onder zijn verantwoordelijkheid, de CE-markering aan. Voor de andere klassen, nl. IIa, IIb en III, moet er wel via een aangemelde instantie worden gewerkt.
De etikettering van een medisch hulpmiddel moet onder andere volgende elementen bevatten:
In België moet de voor de patiënt bestemde informatie, de etikettering en gebruiksaanwijzing, minstens in de drie landstalen aanwezig zijn.
Voor de voor zelftesten bestemde medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek voorziet de regelgeving, naast de hierboven vermelde verplichtingen, dat er op de etikettering duidelijk vermeld staat dat deze medisch hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek bestemd zijn voor zelftesten.
In geval van een vermoeden van niet-conformiteit, of erger, namaak, neem contact op met Stijn Schouteden (stijn.schouteden@fagg.be).
‘Drug-alikes’ zijn geen aparte groep van medische hulpmiddelen (er bestaan ook geen kant-en-klare lijsten van). Net als geneesmiddelen gaat om de gezondheidsproducten die gebruikt kunnen worden om een ziekte te behandelen of verzachten. Het enige verschil is dat hun “beoogde werking niet met farmacologische of immunologische middelen of door metabolisme wordt bereikt”. Dat (soms heel subtiele) verschil laat de fabrikanten van die gezondheidsproducten toe om het statuut van geneesmiddel te vermijden en te ontsnappen aan een heel omslachtige en strikte procedure inzake kwaliteitscontroles. Bovendien zijn er veel minder beperkingen om publiciteit te voeren. Bij die ‘drug-alikes’ vind je vooral hoestsiropen, en zakjes of tabletten tegen reflux en maagzuur of tegen diarree.
Onze patiënten zullen altijd kunnen kiezen voor de beste koop: onder begeleiding van een hoogopgeleide zorgverstrekker die met zekerheid en énkel indien nodig het geschikte product aflevert. Geen enkele supermarkt kan daaraan tippen. Dat neemt niet weg dat APB niet te spreken is over deze maatregel die afwijkt van het onderbouwde advies van de werkgroep ‘medische hulpmiddelen’. Ze stellen samen met u vast dat er met de – nochtans grondige – argumentatie om op zijn minst voor de ‘drug-alikes’ een uitzondering te voorzien geen rekening werd gehouden.
Het fagg heeft onlangs een folder opgegesteld: ‘Aflevering van medische hulpmiddelen in een voor het publiek opengestelde apotheek’.
Hierin kan je ook lezen wat je moet doen indien er zich een incident voordoet ten gevolge van het gebruik van medische hulpmiddelen.
In 2015 publiceerden we een Baliekrant over de verschillende symbolen aanwezig op medische hulpmiddelen. Je kan deze hier downloaden.